BOETECANON

TOT ONZE HEER JEZUS CHRISTUS

 

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

 

Door de gebeden van onze heilige vaders, Heer Jezus Christus

onze God, ontferm U over ons. Amen.

 

Ere zij U, onze God, ere zij U.

 

Hemelse Koning, Trooster, Geest der waarheid,

Die alom tegenwoordig zijt, en alles vervult,

Schatkamer van het goede, en Schenker van het leven,

kom en verblijf in ons, reinig ons van alle smet,

en red onze zielen, o Goede.

 

Heilige God, heilige Sterke, heilige Onsterflijke,

ontferm U over ons. (3x)

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest,

nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Alheilige Drieëenheid, ontferm U over ons.

Heer, wis onze zonden uit.

Meester, vergeef ons onze ongerechtigheden.

Heilige, bezoek ons en genees onze zwakheden

omwille van Uw Naam.

 

Heer, ontferm U. (3x)

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest,

nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Onze Vader, Die in de hemelen zijt,

Uw Naam worde geheiligd,

Uw Koninkrijk kome,

Uw wil geschiede, zoals in de hemel,

zo ook op aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood,

en vergeef ons onze schulden,

zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.

En leid ons niet in verzoeking,

maar verlos ons van den boze.

Heer, ontferm U. (12x)

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest,

nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Komt, laten wij aanbidden onze Koning en God.

Komt, laten wij aanbidden en nedervallen voor Christus,

onze Koning en God.

Komt, laten wij aanbidden en nedervallen voor Christus Zelf,

onze Koning en God.

 

Psalm 50 en Geloofsbelijdenis: zie morgengebeden

 

CANON, toon 6

 

Ode 1

 

Irmos

 

Over de bodem van de Rode Zee trok het volk van Israël als over vaste grond; en toen het zijn vervolger Farao in de zee verzinken zag, riep het uit: ‘Wij willen voor God een overwinningslied zingen’.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

Troparen

 

Als zondaar en met bezwaard gemoed sta ik voor U, mijn Meester en God; ik waag het niet op te zien naar de hemel, ik kan alleen bidden, zeggende: geef mij inzicht, Heer, en laat mij bitter wenen over alles wat ik heb misdaan.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Wee mij, zondaar! Mijn ellende is groter dan van wie ook, ik heb geen berouw: geef mij tranen, Heer, en laat mij bitter wenen over alles wat ik heb misdaan.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

O dwaas en onzalig mensenkind, in ledigheid verspil je de tijd: overdenk je leven en bekeer je tot de Heer God, en ween bitter over alles wat je hebt misdaan.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Alheilige Moeder Gods, zie om naar mij, zondaar, en verlos mij uit de netten van de duivel, stel mij op de weg van het berouw, en laat mij bitter wenen over alles wat ik heb misdaan.

 

Ode 3

 

Niemand is heilig als Gij, Heer mijn God; Gij verhoogt de hoorn van Uw gelovigen, Algoede, en bevestigt ons op de rots van het geloof.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Wanneer bij het Laatste Gericht de tronen opgesteld zullen zijn, dan worden de daden van alle mensen geopenbaard; wee zal daar zijn over de zondaars, die naar de eeuwige kwellingen worden gestuurd; je weet dat immers, mijn ziel, kom dan tot berouw over je boze werken.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

De rechtvaardigen zullen zich verheugen, maar de zondaren zullen wenen; dan zal niemand ons kunnen helpen, maar onze werken zullen ons veroordelen: kom dan vóór het einde tot berouw over je boze werken.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Wee mij, groot zondaar, door daden en gedachten besmeurd, geen enkele traan heb ik wegens de verhardheid van mijn hart: verhef je van de aarde, mijn ziel, en kom tot berouw over je boze werken.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Zie, uw Zoon roept ons, o Vrouwe, en leert ons het goede. Maar ik, zondaar, wil van het goede niet weten: ontferm u over mij, barmhartige Vrouwe, opdat ik tot berouw mag komen over mijn boze werken.

 

Kathisma, toon 6

 

Ik denk aan de Dag van het Gericht en ween over mijn boze daden: hoe zal ik de onsterflijke Koning antwoorden, of hoe zal ik, verlorene, de moed hebben om op te zien naar de Rechter? Barmhartige Vader, eniggeboren Zoon, en Heilige Geest, ontferm U over mij.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest,

nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Theotokion

 

Geboeid door de banden van vele zonden en beheerst door genadeloze begeerten en lusten, haast ik mij tot u, mijn redding, en roep: help mij, o Maagd en Moeder van God.

 

Ode 4

 

Christus is mijn kracht, mijn God en mijn Heer, zo zingt de heilige Kerk, met luider stem God verheerlijkend, terwijl zij blijde de Heer prijst.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Breed is de weg hier en groot de toegeeflijkheid aan de lusten, maar bitter zal het zijn op de laatste dag, wanneer de ziel van het lichaam zal scheiden: wacht je hiervoor, o mens, omwille van het Koninkrijk Gods.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Waarom doe je de arme onrecht, onthoud je de knecht zijn loon, heb je je broeder niet lief; waarom bedrijf je ontucht en spreek je in hoogmoed? Laat dit alles, mijn ziel, en kom tot inkeer omwille van het Koninkrijk Gods.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

O dwaze mens! Hoe lang nog zul je, zoals een bij, rijkdommen verzamelen? Spoedig zullen zij vergaan tot stof en as: zoek in de eerste plaats het Koninkrijk Gods.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Alheilige Moeder Gods, ontferm u over mij, zondaar, bevestig mij in de deugd en behoed mij, opdat de onbeschaamde dood mij niet onvoorbereid zal wegvoeren, en breng mij, o Maagd, naar het Koninkrijk Gods.

 

Ode 5

 

Verlicht, o Algoede, door Uw goddelijk Licht de zielen van hen die voor U in liefde waken, opdat zij U, Woord Gods, zullen erkennen als de ware God, Die uit het duister der zonde te voorschijn roept.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.    

 

Bedenk, onzalige mens, hoe je, door de zonde, de slaaf bent geworden van leugens, laster, roofzucht, onmacht, gelijk aan de wilde dieren: o ziel vol zonde, was het dit wat je wilde?

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Mijn leden beven, want met alle heb ik de zonde bedreven: mijn ogen keken, mijn oren luisterden, mijn tong sprak boze woorden, geheel en al heb ik mijzelf aan de onderwereld uitgeleverd: o mijn zondige ziel, was het dit wat je wilde?

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

De verloren zoon en de berouwvolle moordenaar hebt Gij aangenomen, o Heiland: alleen ik ben door zondige ledigheid bezwaard en aan kwade werken verslaafd; o mijn zondige ziel, was het dit wat je wilde?

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Wonderdadige en snelle Helpster van alle mensen, o Moeder Gods, help mij, onwaardige, want mijn zondige ziel roept om hulp.

 

Ode 6

 

Bij het zien van de hoge golven der verzoekingen op de levenszee, vlucht ik tot Uw veilige haven en roep tot U, o Barmhartige: leid mij omhoog uit de vergankelijkheid.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Losbandig heb ik in de wereld geleefd en mijn ziel aan de

duisternis uitgeleverd, maar nu smeek ik U, barmhartige Heer: verlos mij van de werken van de vijand en geef mij inzicht zodat ik Uw wil kan doen.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Wie doet zulke dingen als ik? Want zoals een hond, die teruggekeerd is naar zijn braaksel, of een gewassen zeug naar de modderpoel[1], zo dien ik de zonde: maar Gij, Heer, trek mij weg uit het vuil en geef mij een hart dat zich aan Uw geboden houdt.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Richt je op, onzalig mensenkind, tot God, denk aan je

overtredingen, val neer voor je Schepper, wenend en steunend: want Hij is barmhartig en zal je inzicht geven opdat je Zijn wil zult kennen.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Moeder van God en Maagd, behoed mij voor al het zichtbare en onzichtbare kwaad, o Alreine, neem mijn gebed aan en breng het voor uw Zoon, opdat Hij mij verstand mag geven om Zijn wil te doen.

 

Kondak

 

O, mijn ziel, waarom ben je zo rijk aan zonden, waarom doe je de wil van de duivel, waar stel je je hoop op? Laat af van dit alles en keer je met tranen tot God en roep: barmhartige Heer, ontferm U over mij, zondaar.

 

Ikos

 

Wees indachtig, mijn ziel, het bittere uur van de dood en het Gericht van je Schepper en God: vreeswekkende Engelen zullen je vastgrijpen en aan het eeuwige vuur overgeven; maar kom voor de dood tot inkeer en roep: Heer, ontferm U over mij, zondaar.

 

Ode 7

 

De Engel maakte de vuuroven koel met dauw voor de vrome Jongelingen; het bevel Gods, dat de Chaldeeën verbrandde, deed de tiran uitroepen: ‘Gezegend zijt Gij, o Heer, God onzer vaderen’.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Stel je hoop niet op vergankelijke rijkdom, mijn ziel, je weet immers niet wie je het zult nalaten. Hoop ook niet op de samenkomst van de onrechtvaardigen, maar roep uit:

Christus, onze God, ontferm U over mij, onwaardige.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Stel je hoop niet op lichamelijk welzijn, mijn ziel, en ook niet op snel verwelkende schoonheid: je ziet toch, hoe sterken en zwakken sterven; roep dan uit: Christus, onze God, ontferm U over mij, onwaardige.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Wees indachtig, mijn ziel, het eeuwige leven, het Koninkrijk der hemelen, dat voor de heiligen bereid is, en de buitenste duisternis en Gods toorn over de bozen, en roep uit:

o Christus, onze God, ontferm U over mij, onwaardige.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Kniel neer voor de Moeder Gods, mijn ziel, en smeek haar: zij is immers een snelle Helpster voor hen die berouw hebben, en zij zal haar Zoon, Christus God, afsmeken om Zich over mij, onwaardige, te ontfermen.

 

Ode 8

 

Uit de gloed der vlammen deed Gij dauw neerdalen voor de vrome Jongelingen, en het offer van de rechtvaardige hebt Gij door water ontstoken. Want Gij, o Christus, hebt alles door Uw wil alleen geschapen: U verheffen wij in alle eeuwigheid.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Hoe zou ik geen tranen storten, wanneer ik denk aan de dood? Want ik zag mijn broeder liggen op het doodsbed, roemloos en verstard. Wat verwacht ik dan en waar hoop ik op?  Schenk mij toch berouw, o Heer, voor het te laat is. (2x)

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Ik geloof, dat Gij komt om de levenden en de doden te oordelen, en allen zullen zich volgens hun rang opstellen,

ouden en jongen, heersers en vorsten, monniken en heiligen: maar waar zal ik worden gevonden? Daarom roep ik uit:

schenk mij berouw, o Heer, voor het te laat is.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Alreine Moeder Gods, neem mijn onwaardig gebed aan en bewaar mij voor een smadelijke dood, en schenk mij berouw voor het te laat is.

 

Ode 9

 

Voor de mensen is het onmogelijk God te zien, Die zelfs de koren der Engelen niet durven aanschouwen. Maar door u, o Maagd, werd het Woord voor de sterflijken zichtbaar in het vlees. Hem verheerlijken wij, en met de hemelse Heerscharen prijzen wij u zalig.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Bij u zoek ik mijn toevlucht, o Engelen, Aartsengelen en

alle hemelse Machten die rondom de Troon van God staan; bidt Uw Schepper mijn ziel te verlossen van de eeuwige kwellingen.

 

Keervers:        Ontferm U over mij, o God, ontferm U over mij.

 

Heden sta ik voor u en ween, heilige aartsvaders, koningen en profeten, apostelen en heiligen en alle uitverkorenen van Christus: helpt mij in het Gericht, opdat mijn ziel gered mag worden uit de macht van de tegenstander.

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Tot u hef ik mijn handen omhoog, o heilige martelaren,

kluizenaars, monniken, rechtvaardigen en alle heiligen die tot de Heer bidden voor de hele wereld, opdat Hij Zich over mij moge ontfermen in het uur van mijn dood.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Moeder van God, help mij die mijn hoop op u heb gesteld.

Smeek uw Zoon dat Hij mij, onwaardige, aan Zijn rechterhand laat staan, wanneer Hij zal plaatsnemen om te oordelen de levenden en de doden. Amen.

 

WAARLIJK, HET IS WAARDIG

 

Waarlijk, het is waardig

u zalig te prijzen, Moeder Gods,

u, de altijd zaliggeprezen,

alreine Moeder van onze God.

U, eerbiedwaardiger dan de Cherubijnen,

en onvergelijkelijk glorierijker dan de Serafijnen,

die ongerept God het Woord hebt gebaard,

in waarheid Gods Moeder: u verheffen wij.

 


GEBED NA DE CANON

 

Heer, Jezus Christus, onze God, Die door Uw lijden mijn lijden hebt weggenomen, en Die door Uw wonden mijn wonden hebt genezen: schenk mij, Heer, tranen van ontroering, want veel heb ik tegen U misdaan; laat mijn lichaam deel mogen hebben aan Uw levenschenkend Lichaam en laat mijn ziel door Uw heilig Bloed troost vinden voor alle bitterheid waarmee de tegenstander mij heeft verzadigd; verhef mijn gevallen geest tot U, en leid mij uit de afgrond van de ondergang omhoog: want ik heb geen berouw, ik voel geen ontroering, ik heb geen tranen van troost die de mens naar het Koninkrijk omhoog voeren.

Verstrikt in hartstochten, heb ik mijn geest laten verduisteren,

in mijn krankheid kan ik niet naar U opzien, tranen van liefde voor U kunnen mij niet warmen. Maar ik smeek U, Heer Jezus Christus,

Schatkamer van alle heil, schenk mij een volkomen berouw en een hart vol bereidheid U te zoeken, schenk mij Uw genade en vernieuw in mij de tekenen van Uw beeld.

Ook al heb ik mij van U afgewend, wend U niet af van mij, kom mij tegemoet in mijn zoeken: leid mij omhoog naar Uw weiden en neem mij op onder de schapen van Uw uitverkoren kudde. Voed mij samen met hen met de grassen van Uw goddelijke Geheimen, door de gebeden van Uw alreine Moeder en al Uw heiligen. Amen.

 

* Trisagion tot en met Onze Vader

 

Heer, ontferm U. (3x)

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest,

nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

U, eerbiedwaardiger dan de Cherubijnen,

en onvergelijkelijk glorierijker dan de Serafijnen,

die ongerept God het Woord hebt gebaard,

in waarheid Gods Moeder: u verheffen wij.

 

Door de gebeden van onze heilige vaders, Heer Jezus Christus, onze God, ontferm U over ons. Amen.

 

* Indien na de Canon nog de avondgebeden worden gebeden, dan is het einde als volgt

 

Waarlijk, het is waardig

Trisagion tot en met Onze Vader

en verder de gewone orde van de avondgebeden.

 



[1] 2Petr 2:22