DANKGEBEDEN NA HET ONTVANGEN VAN DE HEILIGE COMMUNIE

 

Ere zij U, o God. (3x)

PSALM 33

 

Deze psalm, die wordt gebeden op het einde van de Liturgie, kan ook worden gebruikt als eerste dankgebed

 

Ik wil de Heer te allen tijde loven;

bestendig blijve Zijn lof in mijn mond.

In de Heer verheft zich mijn ziel,

dat de zachtmoedigen het horen en zich verheugen.

Maakt groot de Heer,

en laat ons tezamen Zijn Naam verheffen.

Ik zocht de Heer en Hij heeft mij verhoord;

Hij heeft mij bevrijd uit al mijn beproevingen.

Nadert tot Hem en wordt verlicht:

uw gezicht zal niet beschaamd worden.

Deze ellendige heeft geroepen en de Heer heeft hem verhoord;

Hij heeft hem verlost uit al zijn kwellingen.

De Engel des Heren legert zich rond die Hem vrezen,

om hen te bevrijden.

Proeft en ziet dat de Heer goed is;

zalig de man die op Hem vertrouwt.

Vreest de Heer, gij al Zijn heiligen,

want wie Hem vrezen hebben geen gebrek.

Rijken werden arm en noodlijdend,

maar wie de Heer zoeken zal het aan geen enkel goed ontbreken.

Komt kinderen, luistert naar mij;

ik zal u de vreze des Heren leren.

Wie is de mens die het leven begeert,

die smacht om goede dagen te zien?

Zorg dat uw tong geen kwaad spreekt,

en uw lippen geen bedrog.

Keer u af van het kwade en doe het goede,

zoek de vrede en jaag die na.

De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen,

Zijn oren naar hun smeking.

Maar het Aangezicht des Heren is tegen hen die het kwade doen,

om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien.

De rechtvaardigen roepen en de Heer verhoort hen;

Hij bevrijdt hen uit al hun kwellingen.

De Heer is nabij de gebrokenen van hart,

de verslagenen van geest schenkt Hij verlossing.

Talrijk zijn de beproevingen der rechtvaardigen,

maar de Heer bevrijdt hen uit alle kwelling.

De Heer behoedt al hun beenderen:

niet één ervan zal gebroken worden.

Het kwaad brengt de dood aan de zondaars,

en wie de rechtvaardigen haten zullen ervoor boeten.

De Heer bevrijdt de zielen van Zijn dienaren:

allen die op Hem vertrouwen, zullen niet verloren gaan.

 

EERSTE DANKGEBED

 

Ik dank U, o Heer, mijn God, dat Gij mij, zondaar, niet hebt verstoten, maar dat Gij mij waardig hebt gemaakt deelgenoot van Uw heilige Mysteriën te zijn. Ik dank U, dat Gij mij, onwaardige, waardig hebt gemaakt om deel te hebben aan Uw alzuivere en hemelse Gaven.

Heer, menslievende God, Gij Die voor ons gestorven en verrezen zijt en ons deze huiveringwekkende en levendmakende Mysteriën hebt gegeven voor het welzijn en de heiliging van onze zielen en lichamen: maak dat zij ook mij mogen zijn tot genezing van ziel en lichaam en tot verdrijving van iedere tegenstander. Dat zij de ogen van mijn hart mogen verlichten, vrede schenken aan alle krachten van mijn ziel, dat zij mij een geloof ingeven dat nooit beschaamd maakt, een oprechte liefde, diepe wijsheid en de gehoorzaamheid aan Uw geboden, dat zij in mij Uw goddelijke genade mogen vermeerderen: mij vertrouwd maken met Uw Koninkrijk.

Moge ik dan, door deze bewaard in Uw heiliging, altijd Uw genade indachtig zijn en niet meer voor mijzelf leven, maar voor U, onze Meester en Weldoener: als ik dan aan het einde van dit leven gekomen zal zijn, in de hoop op het eeuwige leven, moge ik dan de eeuwigdurende rust bereiken, waar de stemmen van de feestvierenden nooit verstommen, en waar het genot zonder einde is van hen die de onuitsprekelijke schoonheid van Uw Aangezicht aanschouwen. Want Gij zijt het ware verlangen en de onuitsprekelijke vreugde van hen die U liefhebben, Christus onze God, en U zingt de gehele schepping lof toe in eeuwigheid. Amen.

 

TWEEDE GEBED VAN DE HEILIGE BASIEL DE GROTE

 

O Meester Christus God, Koning der eeuwen, Schepper van alle dingen, ik dank U voor alle zegeningen die Gij mij hebt geschonken, en voor het deelnemen aan Uw allerzuiverste en levendmakende Mysteriën.

Daarom bid ik U, algoede en menslievende God: bewaar mij onder Uw hoede, en in de schaduw van Uw vleugelen: en schenk mij dat ik tot mijn laatste adem Uw heilige Mysteriën mag ontvangen met een zuiver geweten, ter vergeving van mijn zonden en tot eeuwig leven. Want Gij zijt het Brood des Levens, Bron van alle heil, Schenker van al het goede: aan U brengen wij de eer, aan de Vader, en de Heilige Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

DERDE GEBED VAN DE HEILIGE SIMEON METAFRASTES

 

Gij Die mij vrijwillig Uw Vlees tot voedsel gaf, Gij Die vuur zijt en de onwaardigen verzengt: verbrand mij niet, mijn Schepper, maar dring liever binnen in mijn ledematen en in mijn gewrichten, in mijn binnenste en in mijn hart. Verbrand de doornen van al mijn overtredingen. Zuiver mijn ziel, heilig mijn overleggingen. Sterk mijn ledematen en mijn gebeente. Verlicht de zintuigen van mijn lichaam.

Hecht mij geheel aan het ontzag voor U. Bescherm mij steeds, bewaar mij en behoed mij voor alle zieldodende daden en woorden. Reinig mij, was mij, en tooi mij feestelijk: verbeter mij, onderricht en verlicht mij. Laat mij de woonplaats van Uw Geest zijn en niet langer een woning van de zonde.

Maak, dat iedere boze geest en iedere begeerte van mij vlucht als voor vuur, weg van Uw woning die ik ben geworden door het ontvangen van Uw Gaven. Als voorsprekers bied ik U aan alle heiligen, de legerscharen der Onlichamelijken, Uw Voorloper, de wijze apostelen, en met hen Uw alreine, heilige Moeder. Aanvaard, o barmhartige Christus, hun gebeden, en maak Uw dienaar tot een kind van het Licht. Want Gij alleen zijt onze heiliging, Algoede, en de glans van onze zielen. U zenden wij, zoals het past jegens onze Heer en God, iedere dag de lof.

 

VIERDE GEBED VAN DE HEILIGE KYRILL VAN ALEXANDRIË (+444)

 

Heer Jezus Christus, onze God, moge Uw heilig Lichaam mij tot eeuwig leven zijn, en Uw kostbaar Bloed tot vergeving van zonden. Moge deze Dienst van de Dankzegging mij tot vreugde, gezondheid en blijdschap zijn. Maak mij, zondaar, waardig om bij Uw ontzagwekkende Wederkomst aan de rechterhand van Uw heerlijkheid te staan, door de gebeden van Uw alreine Moeder, en van alle heiligen.

 

VIJFDE GEBED TOT DE ALHEILIGE MOEDER GODS

 

Alheilige Meesteres, Moeder van God, licht van mijn verduisterde ziel, mijn hoop, mijn bescherming, mijn toevlucht, mijn troost, mijn vreugde, ik dank u, dat gij mij, onwaardige, waardig hebt gemaakt om het heilig Lichaam en het kostbaar Bloed van uw Zoon te ontvangen. Gij die het ware Licht hebt gebaard, verlicht de geestelijke ogen van mijn hart: gij die de Bron der onsterflijkheid hebt gebaard, wek het leven in mij, die dood was door de zonde: gij, liefdevolle Moeder van de barmhartige God, ontferm u over mij, en geef mij geestelijke ontroering[1], een verbroken hart, nederigheid in mijn gedachten en de bevrijding uit de gevangenschap van mijn boze overleggingen. Maak mij waardig om tot mijn laatste adem, zonder veroordeling de heiliging van de heilige Mysteriën te mogen ontvangen, tot genezing van mijn ziel en lichaam. Schenk mij tranen van berouw en belijdenis, om u al de dagen van mijn leven te loven, want gij zijt gezegend en verheerlijkt voor eeuwig. Amen.

 

GEBED VAN DE RECHTVAARDIGE SIMEON

 

Nu laat Gij, Heer, Uw dienaar gaan in vrede naar Uw woord, want mijn ogen hebben Uw heil aanschouwd, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volkeren, Licht tot verlichting der heidenen en tot glorie voor Uw volk Israël. (Lk 2:29-32)

 

Trisagion tot en met Onze Vader: zie morgengebeden

 

TROPAAR VAN DE HEILIGE JOHANNES CHRYSOSTOMOS, toon 8

 

De genade van uw mond, die als een fakkel straalde, heeft de gehele wereld verlicht; niet de schatten van de hebzucht hebt ge voor de wereld gewonnen, maar ons de verhevenheid van de deemoed getoond, ons lerende door uw woorden, vader Johannes Chrysostomos, bid ook tot Christus God, het Woord, om onze zielen te verlossen.

 

KONDAK, toon 6

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Van de hemel hebt ge de goddelijke genade ontvangen en met uw lippen leert gij allen de ene God in de Drieëenheid te aanbidden, Johannes Chrysostomos, gezegende heilige, terecht prijzen wij u; want gij zijt onze leraar, die ons het goddelijke openbaart.

 

Slot: zie vanaf '˜Nu en altijd ...' na kondak van de Heilige Gregoor.

of

TROPAAR VAN DE HEILIGE BASIEL DE GROTE, toon 1

na de viering van de Liturgie die zijn naam draagt

 

Over de gehele aarde is uw roep uitgegaan, toen zij uw woord aannam, waardoor gij het wezen der dingen hebt uitgelegd en de zeden der mensen schoner hebt gemaakt. Koninklijke priester, heilige vader Basiel, bid tot Christus God onze zielen te redden.

 

KONDAK, toon 4

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Gij hebt u als een onwankelbaar fundament van de Kerk betoond, door aan alle stervelingen het onvervreemdbare Rijk voor te houden en het te bezegelen door uw leer, heilige Basiel, verkondiger van de hemelse dingen.

 

Slot: zie vanaf 'Nu en altijd ...' na kondak van de Heilige Gregoor.

of

TROPAAR VAN DE HEILIGE GREGOOR DE THEOLOOG (+389), toon 4

na de viering van de Liturgie van de Voorafgewijde Gaven

 

Roemrijke Gregoor, die de goddelijke genade hebt ontvangen, en die, gesterkt door Zijn kracht, hebt gekozen om volgens het Evangelie te leven en daardoor bij Christus het loon voor uw zwoegen hebt verworven, algezegende: bid Hem om onze zielen te redden.

 

KONDAK, toon 3

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.

 

Gij hebt u gelijkend getoond, o vader Gregoor, aan Christus, de Opperherder, die de schare der monniken naar de hemelse weide leidt, daardoor hebt ge de kudde van Christus in Zijn geboden onderricht. Nu zijt ge verheugd en jubelt met hen in de hemelse woningen.

 

Nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

toon 6

Bescherming der christenen, die nimmer beschaamt,

getrouwe Middelares bij onze Schepper,

veracht niet de beden van ons, zondaars,

maar wees ons voor met uw hulp,

die gelovig tot u roepen:

verhoor snel onze beden, sla acht op ons smeken,

o Moeder van God, want gij komt op voor allen die u eren.

 

Heer, ontferm U. (12x)

 

Eer aan de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest,

nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

U, eerbiedwaardiger dan de Cherubijnen,

en onvergelijkelijk glorierijker dan de Serafijnen,

die ongerept God het Woord hebt gebaard,

in waarheid Gods Moeder: u verheffen wij.

 

Door de gebeden van onze heilige vaders,

Heer Jezus Christus, onze God, ontferm U over ons.

 

Heer, ontferm U. (3x)

 

Laat ieder na het ontvangen van de heilige Mysteriën zuiverheid, matigheid, ook in spreken betrachten om zo op waardige wijze Christus in zijn hart te bewaren.

 



[1] Volgens de vaders van het geestelijk leven: een gemoedstoestand, waarbij het ontzag voor God in droefheid en berouw is verbonden met een levendig gevoel en hoop op de liefde van God.